Ontmoeting

route 1: onderzoek naar het artistieke maakproces

In mijn onderzoek naar het artistiek maakproces heb ik drie onderzoeksroutes gevolgd: lezen, zelf ervaren en interviewen. Ergens ontstond het idee om de geïnterviewden een tekening te laten maken van de ‘route‘ van hun proces. Later besloot ik het tekenen te vervangen door het maken van de route met een draad uit een bol katoen en deze ‘draadtekening’ in een foto te borgen.

Het woord ‘route‘ liet me niet los. Ik ging op zoek naar landkaarten en atlassen en artistieke uitingen rondom routes. Uiteindelijk besloot ik om de draadtekeningen om te zetten in beeldend werk. Ik wilde de draadtekeningen op zo’n manier namaken dat ze zelfstandig konden staan. Wat ik er daarna mee zou gaan doen wist ik op dat moment nog niet.

Ik probeerde draad te verstevigen met lijm. Experimenteerde met verschillende soorten draad en lijm, maar kreeg de draden niet stevig. Daarop besloot ik draad te gebruiken dat van zichzelf stevig is: elektradraad.

Nog steeds liep ik tegen beperkingen op, waardoor ik ook dat plan aan moest passen. De draadtekeningen bleven niet staan…. maar ophangen werkte wel.

route 2: eigen artistiek maakproces: fotograferen

Zelf het artistieke maakproces ervaren was één route binnen mijn onderzoek. Terwijl ik interviewde en las, was ik ook bezig met mijn eigen maakproces. Daarin waren: ‘fotograferen wat me opvalt’, ’toeval’, ‘verhalen vertellen’ en ‘spel’ routes waar ik wat mee vooruit kon, ontdekte ik. Qua onderwerp viel het op dat de foto’s vaak over licht, donker en schaduw gaan en veelal zwart-wit beelden zijn.

route 1+2: ontmoetende maakprocessen

Hoewel op dat moment niet bewust, kan ik nu achteraf zeggen dat de beide processen en routes samen zijn gekomen. De draadtekeningen ben ik gaan fotograferen, het beeldend werk werd toch weer fotografie.

Thuis maakte ik een geïmproviseerde fotostudio. Zoekend naar de juiste richting en instellingen voor het licht deed ik een ontdekking. De foto’s die niet ‘volgens de regels van de fotografie’ gemaakt zijn, zijn het meest interessant voor me. Het licht schijnt niet keurig van schuin-voor op het object. Dat maakt dat de zwarte lijn duidelijker wordt. De foto’s zijn niet altijd scherp op het punt waar je dat verwacht en dat vertelt nu juist het verhaal van het artistiek maakproces. Immers dat is ook lang niet altijd zo helder. Tot slot maakte ik er zwart-wit beelden van en speelde ik met de bewerking. Het is nu in eerste instantie niet duidelijk of de beelden getekend of gefotografeerd zijn, wat maakt dat je nog beter ernaar kijkt.

Terugkijkend zie ik de samenhang in de twee processen. Blijkbaar heb ik toch fascinaties gevonden: spel, toeval, de combinatie van beeldend werk en fotografie, licht en donker, abstract én routes. Dat zijn allemaal paden die ik wel verder wil onderzoeken.

En ik heb nóg iets ontdekt. Dat als ik de processen de tijd geef, er vanzelf iets op mijn pad komt. Eigenlijk vraagt het van mij alleen erop te vertrouwen dát dat gaat komen.

de route vervolgt zich

Voorlopig zet ik het ‘fotograferen wat me opvalt’ voort. Wie weet wat daar nog meer uit gaat komen? Zeker nu ik niet meer op korte termijn een fascinatie, onderwerp hóef te vinden van mezelf. Ook de andere routes ga ik vervolgen. Zin om nog meer te maken!

samen proberen

Nesten maken van berkentakjes. De takjes blijven niet aan elkaar zitten. “Kunnen we met klei de takjes aan elkaar plakken misschien?” Dat werkt ook niet goed, de takjes laten weer los. “We kunnen van klei een nestje maken?” Dat werkt! En daar kunnen we takjes insteken. Al experimenterend vinden we samen onze weg. Zouden vogels dat ook zo doen?

terug in de kunstknaller

Wat heerlijk om weer aan het werk te zijn in de KunstKnaller! De afgelopen weken heb ik de beeldende activiteiten vooral ín de groep gedaan. Het was even zoeken naar wat wel en niet kon i.v.m. de richtlijnen rondom afstand houden en schoonmaken. Dit is de eerste keer dat ik weer met kinderen in ons atelier ‘De KunstKnaller’ aan het werk ben. De kinderen genieten en ik ook!

We werken aan vorm en restvorm, aan positief en negatief. Vandaag geef ik een instructie en volgende week gaan we vanuit die instructie een poster of menukaart maken voor het thema ‘restaurant’ waar de kinderen mee bezig zijn.

De kinderen verkennen het materialen, proberen uit. Ik geef instructie op vorm en restvorm, waarna we in de eerste instantie allemaal dezelfde cirkel maken. Ik doe voor en de kinderen doen na. Daarna bedenken de kinderen een eigen vorm in positief en negatief en kijken we naar werk van andere makers, om vervolgens weer aan de slag te gaan. Het beeldmateriaal brengt de kinderen nog verder op verhaal en er wordt verder geëxperimenteerd. De techniek is nog best moeilijk, daardoor ontstaan er tijdens het maken bedoelde maar ook onbedoelde creaties.

Voordoen en nadoen…. ik doe dat bewust in deze activiteit maar het voelt gek. Het voelt alsof ik met de kinderen op weg ben naar een waslijn vol dezelfde ‘werkjes’. En dat is iets waar we binnen kunsteducatie op school juist al lang van weg zijn. Ben ik nu op de weg terug? Tegelijk weet ik dat dit voor- en nadoen voor nu goed is. Waarom voelt dit anders dan een gewone instructie waarin ik ook vaak een techniek voor doe? Is het anders omdat de kinderen me nu stap voor stap nadoen? Ik denk het. Maar imiteren is een mooie manier om te leren. Het is een visuele instructie. Daarnaast vind ik dat ruimte geven voor het experiment niet betekent dat je als leerkracht niks mag of moet aanreiken. Juist door deze techniek aan te reiken, samen te doen en te oefenen, kunnen de kinderen er daarna mee spelen.